Alle liederen: beschrijving naar type
Inhoud
Liederen die het publiek meezingt
De vijf reflecties
Andere enkelkorige liederen
Dubbelkorige liederen
Complexe stukken
|
Zie ook:
|
Liederen die het publiek meezingt
Adieu en Begin (Graflegging, 23 en Proloog,1)
Adieu (23) de afsluiting van het lijdensverhaal. Dit lied wordt door iedereen gezongen: alle koorzangers tezamen (vierstemmig, SATB); 2e en 3e strofe met publiek. Het publiek zingt de sopraanpartij. Het basismotief is afgeleid van de Last Post, nog te horen in het slot. De koorpartijen zijn
zeer gemakkelijk in te studeren.
Begin (1) is de proloog. Het is tevens een verholen repetitie voor het publiek om
Adieu te leren zingen. Ook Begin wordt door iedereen gezongen, eerst alle koorzangers tezamen (vierstemmig, SATB), daarna de herhaling met publiek. De noten zijn gelijk aan
die van Adieu, zonder slot.
De lofzang Van hand tot hand vormt de pauzefinale. Melodie en harmonie zijn afgeleid van
Adieu en Begin, waardoor het publiek dit zonder oefening mee kan zingen.
Het koorwerk bestaat uit:
- Eén koor zingt de vierstemmige versie, gelijkend op Adieu en
Begin
- Eén koor zingt een pompeus tegenkoor in strofe 3 en 4, SAM
- Een kinderkoor, vanaf strofe 2 versterkt met vrouwenstemmen, zingt
éénstemmig "Alleluja".
Na de pauze wordt de laatste strofe opnieuw gezongen (12b) om de draad van het verhaal weer op te pakken.
De vijf reflecties
De reflecties, geschreven vanuit perspectief 'ik', vertolken alle een aantal intense emoties, zowel in de tekst als in de melodieën en samenklank van de verschillende partijen. Ze zijn drie- of vierstemmig; de driestemmige zijn geschreven met het veelvoorkomende gebrek aan mannen in gedachte.
Leegte van dagen (22) is in wezen een Stabat mater. Het breekt heel voorzichtig de minuut stilte. De drie stemmen zijn gemakkelijker te zingen dan je zou verwachten op grond van de intens schurende samenklank.
Maar in mijn hart (24) is de epiloog van de passie: een lied van rouw, vertrouwen, geloof en bescheidenheid, in zekere zin passend bij de opstanding. Het is overigens geschreven voor de herdenking van de overledenen van de universiteit, in 2011, nog vóór er plannen voor
De lastpost waren.
Andere enkelkorige liederen
Dit is een éénstemmig kinderliedje dat gemakkelijk en met plezier door de kinderen gezongen wordt. De begeleiding is een eenstemmige bas die door mannen gezongen wordt, maar dat kan ook een piano zijn.
Die dag (= Vrouw met het kruikje met olie, 7)
Dit is het aangrijpende relaas van de vrouw met het kruikje met olie (Maria Magdalena in de R.K. kerk). Haar tweestemmige zang is
om en om voor SA en TB, maar kan eventueel ook geheel door SA gezongen worden. Dit is niet moeilijk en met name de eerste strofe klinkt betoverend.
Er hoort een begeleiding bij die gaandeweg dichter wordt. Deze bestaat uit een driestemmige overgang tussen de strofen en één- en tweestemmige fragmenten tijdens de strofen.
Deze begeleiding wordt door het koor op na-na of noe-noe gezongen. Ze is moeilijk uit het hoofd te leren. De begeleiding kan goed omgezet worden naar piano of orgel, maar omdat de begeleiding pas na de eerste strofe inzet is het,
bij zakkende koorzang, misschien noodzakelijk dat die piano of orgel alles meespeelt.
Dit lied verbeeldt Jezus' gebed op de Olijfberg en het slapen en uiteindelijk wakker worden van de leerlingen. Jezus wordt door driestemmig vrouwen gezongen; als hij afdaalt naar de leerlingen zijn het alleen nog de alten. De
slapende en uiteindelijk sloom wakker wordende leerlingen worden door éénstemmig mannen gezongen.
Dit lied vraagt om een bescheiden regie, met de eerste sopranen hoog staand en de mannen laag zittend en liggend op de grond.
In dit heftige lied bezingt Judas zowel Jezus' arrestatie (in retrospectief) als zijn eigen wanhoop en aanstaande zelfmoord. Het wordt om en om door SATB en door driestemmig mannen gezongen. Zowel ritmisch als harmonisch is het niet gemakkelijk.
Mocht een begeleiding nodig zijn, dan wordt de vierstemmige arrestatie waarschijnlijk beter zingbaar en ook overtuigender met een heftige pianopartij. De driestemmige passages onder de boom kunnen
eventueel éénstemmig worden gezongen, met de overige twee in een
orgelbegeleiding.
Boos en gefrustreerd vertelt Petrus wat hij gedaan heeft en vraagt hij zich af hoe hij daar mee verder moet. De vooruitblik en terugblik zijn vierstemmig SATB en gemakkelijk te zingen. De drie verhalende strofen zijn voor tweestemmig mannen, evenmin moeilijk, maar lastig om verstaanbaar en overtuigend te zingen.
In de derde mannenstrofe vereisen de vloek, de stilte na die woorden, en de
tempowisseling daarna de nodige aandacht.
Na elke strofe klinkt er een extreem narrig en schel nananana op de slottoon. Daar mag je de haan in zien. Dit
wordt gezongen door enkele eerste en tweede sopranen, vanuit een andere plaats (liefst hoog),
los van de sopranen die net Petrus' vooruit- en terugblik gezongen hebben.
[Gereviseerd in 2016; alleen moet de tekst alhier nog bijgewerkt]
Dit is de wanhopige smeekbede van Pilatus' vrouw, die Jezus' lot probeert te keren en het door haar actie juist dichterbij brengt. (Daarmee is het een pendant van
Die dag). Haar lied onderbreekt het hoekige lied van Pilatus (Kiezen jullie maar, 17a en 17c).
Ik kreeg een droom kan ook op zichzelf gezongen worden, eventueel middenin een lezing of stukje toneel.
Het is in wezen één melodie voor vrouwen met een tweestemmige noenoe begeleiding door de mannen. Die begeleiding kan ook op een piano gespeeld worden. Idealiter zingen de alten de lagere en middentonen van het lied, de sopranen de midden- en hoogste tonen, onmerkbaar in elkaar overlopend.
Dit lied was bedoeld als rustpunt tussen de geseling en de kruisdood, maar is volgens sommigen het engste van allemaal. Het wordt heel langzaam gezongen (SATB) door een koor dat om het publiek heen loopt.
Dubbelkorige liederen
Deze twee liederen omlijsten het avondmaal. Ze zijn deels dubbelkorig;
wat geen inhoudelijke betekenis heeft, maar alleen een muzikale reden: de zevenachtste maten wisselen elkaar ademloos af en zijn daardoor niet door één koor te zingen. De gewenste onrust wordt zowel door de maat als door het verspringen van klank en ruimte verkregen. Daar waar Jezus geciteerd wordt zingen de vrouwen mee. De twee liederen lijken sterk op elkaar.
Anders dan anders (= Seidermaaltijd + laatste avondmaal, 11)
Dit lied is een dialoog tussen de jongste die vragen stelt ("Waarom is deze nacht anders dan andere nachten?
") en de oudste die daar drie maal vertellend op antwoordt, en die de vierde maal het brood breekt en deelt (zie de tekst).
Het bestaat daardoor uit twee gedeelten.
Deel 1: de eerste drie strofen. Deze zijn simpel, welwillend en feestelijk van aard, met een feestliedje erin en geleidelijk aan joliger wordende bassen. Dit wordt gezongen door:
- Kinderen (tweestemmig, of eenstemmig plus enkele alten)
- SAT (verhalend antwoord)
- SATB (feestliedje)
Deel 2, de vierde strofe. Hier verandert de sfeer plotseling radicaal. Dit
deel wordt gezongen door SSA polyfoon, in frygische en later myxolidische toonladder. Door de polyfonie
zijn de eerste twintig maten lastig te zingen en nog lastiger uit het hoofd te zingen. Een vereenvoudiging kan zijn: éénstemmig, met de polyfonie in een orgelbegeleiding
of fluiten.
De kinderkoorpartij en de rest van het lied kunnen gemakkelijk in een laat stadium in elkaar geschoven worden.
Complexe stukken
Dit lied is de discussie op het tempelplein, inclusief de parabel van de
zoon van de wijngaardenier die wordt doodgeslagen. Het is een beetje
opera-achtig van opzet. De versie 2013 is nogal lang, en komt niet goed uit de verf; we zijn bezig het te herzien.
Herziening 1, februari 2016:
- De tekst is omgeschreven tot een toneelstuk
- De woorden van de omstanders blijven gezongen:
Dat zegt hij goed, voor groot
koor
- De gelijkenis van Jezus is een afzonderlijk lied:
Zoals dat gaat, voor SSA
Herziening 2, najaar 2016:
- De aanvankelijk opzet is hersteld, maar flink ingekort; het
geheel wordt weer gezongen.
Daarbinnen passen de twee delen Dat zegt hij goed en
Zoals dat gaat.
In alle gevallen is het essentieel dat de vrouwen die Jezus'
partij zingen andere vrouwen
zijn, die ergens anders staan, dan de vrouwen die het volk
vertegenwoordigen (in Dat zegt hij goed.)
Hetzelfde geldt voor de mannen die de priesters en
bijbelkenners zingen.
Dit stuk geeft de geseling zo akelig mogelijk weer. Dat gebeurt door de teksten, muziek, geluidseffecten en ruimtegebruik.
Twee soldaten praten nonchalant tegen elkaar terwijl ze Jezus geselen. Dit is in ritme gesproken tekst, afwisselend hoge en lage stemmen. Het kan door twee solisten, maar twee groepen is wel zo overtuigend. Bedoeld is: tenoren en bassen; zou ook vrouwen en mannen kunnen zijn.
Een koor van vrouwen SSAA zingt een reeks akkoorden op Ah. Deze partijen kunnen
vaak beter op een orgel of accordeon worden verdubbeld, of zelfs helemaal
instrumentaal gespeeld worden. Het harmonisch schema is gelijk aan dat van
Niet op het feest en Wat komt hij doen.
Een klein koor van mannen TB zingt fragmenten uit eerdere delen van de passie, die als het ware door Jezus' hoofd schieten. Deze partijen zijn moeilijk en moeten door geoefende zangers gezongen worden.
Een grote groep personen klapt, telt en sist, staand achter en tussen het publiek. Ze hoeven niets in te studeren, maar wel ter plekke een paar keer oefenen in de interactie met de anderen en met de dirigent.
De klap valt telkens op de op één na laatste tel van de maat, dus als de
dirigent haar/zijn arm van binnen naar buiten slaat. Het telwoord komt dan
op de laatste tel.
Geen woorden meer (= kruisiging, bespotting, dood, 20)
In dit stuk vertelt de centurion de kruisiging, eerst lomp bevelen gevend, later zich verwonderend, met name over de aanhoudende spot van de omstanders.
De centurion wordt gezongen door tweestemmig mannen. De spottende omstanders door driestemmig vrouwen. De vrouwenpartijen zijn moeilijk doordat het allemaal losse fragmentjes zijn.
Door het hele stuk loopt één toon die af en toe van hoogte wisselt (en die ervoor zorgt dat de stilte aan het eind hard toeslaat). Deze moet op een orgel of accordeon
of een paar fluiten gespeeld worden.
Tegen het eind roept Jezus "Mijn God, waarom verlaat je mij". Dit wordt plotseling, erg luid en heel schrijnend vijfstemmig gezongen door een
ander vrouwenkoor, uit de hoogte. Hier is het moeilijk om in een totaal verstild en aangrijpend stuk in één keer op de goede toon overtuigend te zingen.
[Beschrijving ontbreekt nog. Wat komt hij doen
is in november 2016 verkort. Er is een ad lib
accordeonpartij toegevoegd.] Beide delen hebben net als Pardon, jongeman
een wat opera-achtige opzet.
Aan rafels (= het
voorhang van de tempel scheurt, 21)
Dit stuk beschrijft de totale ontreddering na Jezus' dood. Het
kiest drie perspectieven en dient dus idealiter door drie koren
gezongen te worden: de hogepriesters, het volk, en de soldaten. Het
begint met een luid geschreeuwd "Nee", vrijwel direct aansluitend op
het "en sterft" uit Geen woorden meer. Het eindigt
vertwijfeld en verstild en loopt daarmee over in de minuut stilte.
|